Schilderij van hoeve De Roobaert.

woensdag 16 januari 2019

Ontdekking van de slachtoffers


Toen de vlammen uitgedoofd waren en men de herberg kon binnentreden, vond men er het helemaal verkoold lijk van de kleine Yvonne, het negenjarig dochtertje van de echtgenoten Degrande. Van deze laatste echter vond men niet het minste spoor in huis, maar weldra werden hun gedeeltelijk verkoolde lijken in de schuur ontdekt.
Het onderzoek wees spoedig uit dat men hier niet voor een ongeluk stond zoals men aanvankelijk vermoedde, maar wel voor een afschuwelijke misdaad. De landbouwer Hector Degrande; 43 jaar oud, een kloek gebouwde persoon, was met een geweldige slag op het hoofd neergeveld geworden en ook zijn echtgenote de 41-jarige Marguerite Vandamme had hetzelfde lot ondergaan.

De enige overlevende van dit gezin dat op zo een wrede wijze vermoord werd, is het 13-jarig zoontje Georges dat te Moeskroen op school gaat en slechts op zaterdagmiddag van elke week huiswaarts komt. Nog diezelfde namiddag van de dag dat die wrede misdaad ontdekt werd, kwam de jongens zoals gewoonte blij gezind naar huis, maar men kan zich indenken welke hartverscheurende droefheid moet hebben beleefd bij het vernemen van dit akelig nieuws.

Uit :Krantenkronieken van de Westhoek


Uit " De ramp van de gulden oogst.

Ontdekking van de dader




Jules Degrande, broer van Hector vond in de schuur van de Roobaard en vest met daarin
een briefje met het adres van de mogelijke dader.

De gelijkenis: hoe Tuur Bonneele, de dader van de Roobaardmoord en deze van het “Voske” ,
werd ontdekt.

In de roman van Jan Verbeke vond de kleermaker, broer van de veldwachter vond in de vest
van Sander Soetaert een briefje dat van Tuur Bonneele moest komen.
( Mijn vader-kleermaker was de schoonbroer van Marguerite Vandamme)

In de Roobaaardd ook in de vest van de dader een briefje vonden dat leidde naar de ontknoping.


“ Hij had in zijn zakken getast. Uit het pijpzakje haalde hij een paper en plooide het open.
Hij las. Hij verzonk in de lezing. “ kijk eens hier, Robert,” ze keken samen, rechtstaand voor
de werktafel.
“ Geluwe,22 november 1942, ontvangen van  mijnheer Cyriel Lozy van Moeskroen de som van
vier duizend tweehonderd franken.
Camiel Bruneel-Bonneele.

Dan zagen ze elkander aan. Ze wisten dat dezelfde vermoedens in hen opgerezen waren.
In november van dat jaar brandde het Voske af.,,”

De vreselijke misdaad in de Poperingenaar