Schilderij van hoeve De Roobaert.

donderdag 31 januari 2019

De assisen zittingen. en het vonnis



Gedurende weken met talrijke zittingen gedurende meer dan een jaar werden pleidooien gehouden, getuigen en daders gehoord met een ganse reeks advocaten.

Namens de familie onderstreepte Mr; Delobel  het cynisme van de booswichten die nog samen met hun slachtoffers aan tafel gingen zitten vooraleer ze neer te schieten. Hun onverantwoordelijkheid kende geen grenzen om, wetend dat er nog een meisje te slapen ligt, het huis in brand te steken. Nooit of nooit hebben ze hun spijt uitgedrukt voor hun misdaad, niet tegenover de ouders en niet tegenover de achtergebleven jongen.

Mr Neyrinck uit Leuven stelde zich burgerlijke partij namens de familie Vanryckeghem als eigenaar van het pand en de verzekeringsmaatschappij Belgische Boerenbond voor de brand van de hoeve en woning.

Mr Rubbrecht stelde als Openbaar Ministerie dat niettegenstaande alle drie de daders het hoofdaandeel van de misdaad ieder op de ander stelde toch alle drie  hoofdschuldigen zijn ongelijk wie de schoten had afgevuurd. Zij hebben samen met voorbedachte rade deze gruwelijke misdaad gepleegd. Hij eindigde zijn rekwisitorium tot de jury:  “ Ik vraag rekenschap van hetgeen te Geluwe is gebeurd en die zult ge me geven.”

Meester Leuridan vroeg dan nog een vergoeding van 432.329 fr. en 24.641 fr. voor de gerechtskosten.

Na een korte zitting kwamen de magistraten en de jurie terug en gaf de voorzitter lezing van het vonnis waarbij de drie beschuldigden tot de doodstraf werden veroordeeld.


maandag 28 januari 2019

Wedersamenstelling van de feiten en vlucht van een dader.




Op maandagvoormiddag werden de daders Vander Plancke Robert, Vandewalle Rafael en Lefever Marcel onder goede begeleiding op de plaats van de misdaad gebracht om er opnieuw verhoord en geconfronteerd te worden.    
 
Talrijke nieuwsgierigen verdrongen zich ter plaatse. Vanaf 9u ‘s morgens hadden talrijke gendarmes bij de puinhoop van de woning post gevat zodat de buren eruit besloten dat er iets ongewoons op til was, wat spoedig algemeen bekend werd.

Rond 10u. werd de ordedienst versterkt en de grote menigte werd op grote afstand gedreven.

Om 10.30u. stapten de drie misdadigers, geboeid en door de gendarmes goed bewaakt op de Koelenberg van de tram en naar de plaats va n de misdaad geleid.

Terwijl de verontwaardigde menigte vijandige kreten en scheldwoorden uitte gelukte het aan Vandamme Antoinette en Albert Dierynck, zus en schoonbroer van de slachtoffers tot bij de booswichten te geraken en hen aan te vallen doch de gerechtsdienaars wisten hen toch af te weren.

Ieder der betichtten werd afzonderlijk verhoord over hun aandeel in de moord en de wijze hoe te werk gegaan werd.
De ondervraging duurde vier uren. Na afloop werden de daders weer naar Ieper overgebracht. Lefever en Vandewalle werden in het politiebureau opgesloten terwijl Vanderplancke naar de rijkswachtkazerne gevoerd werd.
Toen men hem uit zijn cel wilde halen stelde men vast dat hij ontsnapt was. Nadat hij een ruit gebroken had kon hij via een stapel dozen afkomstig van oorlogsbuit over de hoge afsluitingsmuur klimmen en zo het hazenpad kiezen. De volgende dag werd hij in Wattrelos, opgepakt.

maandag 21 januari 2019

De tijd van toen... in " De ramp van de Gulden oogst" van Jan Verbeke


Oorlogstijd- Smokkelaars- Geldgewin en een “gulden oogst”.


Zo beschreef Jan Verbeke “:de tijd van toen “ in zijn boek: " De ramp van de gulden oogst" , uitg. Davidsfonds 1947

“ In vele huizen stonden de radiotoestellen de beangstigende mare van de Duitse inval over onze grenzen te roepen. Vliegtuigen ronkten dreigend door de lucht. De dagen kropen in spanning voorbij. Zwermen vluchtelingen zwierven langs de wegen en sleepten de last van haveloze pakken en schreiende miserie…..Blz 157
Kanon gegrol gromde. Het boemelde aan door  de lucht. Het naderde. De straten werden verlatener          
Overal waren ze om werk gaan zoeken, de een naar de kust, de ander naar de vliegpleinen in Frankrijk, weer anderen naar Duitsland. Sommigen bleven hier en daar en leefden van smokkel. (Blz 176)    

De oorlog bleef duren en de dagen trokken naar de put van de winter. Fons Bonneele was verleden week moeten vluchten, de benen van zijn lijf, om niet in de handen van de Feldpolizei te vallen  Een paar dagen geleden hadden gestapo-agenten een jongen van twintig jaar neergeschoten, toen die beproefde, nadat hij hun in de handen gelopen,was er uit te geraken; Toen de revolver geknald had, greep hij naar zijn zijde en zakte ineen. De jonge mannen verstopten zich nu. Maar altijd even hoog steeg de vraag naar tabak. Vrouwen en kinderen smokkelden ze weg en verdienden er een goede stuiver mee…. Al loerden het gevaar en de dood, toch trokken mannen, achter de lokstem van de grote winst, door de nachtelijke wegels, met zakken tabak op de rug. De nachten waren lang en donker      (.blz 260)
Omwille van de avondklok die door de bezetter was ingesteld op 21h zijn de smokkelaars met de fiets naar hun prooi in de Roobaard gereden.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   Zij wisten dat Hector op zijn boerderij van 7 ha goed boerde.
De teelten die door de oorlog gegeerd waren zoals tabak, aardappelen, vlees brachten een
gulden oogst op.
Hector bezat geld en als huurder van de hoeve zou  hij een eigendom verwerven .

De tweede lijkschouwing


Donderdag werd tot ontgraving en een tweede lijkschouwing overgegaan. Deze werd gedaan door prof.Thomas van Gent in bijzijn van dhr Snck en Billau, wetsdokters te Ieper in aanwezigheid van de heren Devos de Molderghem , onderzoeksrechter, Wallyn substituut, Van Brussel, rechter en Deraeve griffier.

Tijdens de lijkschouwing werd door Dr. Thomas een kogel gevonden wat het bewijs leverde dat de slachtoffers wel degelijk vermoord waren vooraleer de gebouwen in brand werden gestoken. De ontdekking van deze kogel was het allergrootste belang voor het parket dat thans met nog meer zekerheid het onderzoek kon worden voortgezet.

De beschuldigden werden laat in de namiddag uit het gevang van Kortrijk per buurttram nogmaals naar Ieper gebracht om er ‘s anderendaags over deze vondst tijdens de lijkschouwing opnieuw te worden verhoord.
Nabij de tramstatie in Geluwe waar de gevangenen van tram moesten veranderen, een grote menigte samen gestroomd die door de vijandige kreten aan het adres van de geboeide en goed bewaakte  moordenaars haar verontwaardigheid en afkeer lucht gaf.

De buit van de diefstal.


Hector beschikte over een goed spaartegoed. Dat had zijn zus Antoinette op het proces ook bevestigd. Hij zou kortelings een onroerend goed kopen. Voordien hadden de   
betichten  al de herberg bezocht  op onderzoek of informatie.

Bij onderzoek van het huis na de brand had men  een leeg geldkoffertje gevonden. Daarentegen bij het huisbezoek van de daders had men in de brieventas van Lefevere 500 frank gevonden en achter een muurklok  een som van 14.800 frank waarvan zijn vrouw niets wis

Bij zijn kompaan Vandewalle vond men zeven briefjes van 100 frank en een hesp, identiek aan deze van de hesp in het huis Degrande en waarvan zijn echtgenote de herkomst niet kon verklaren.

Op het proces vernam men dat aan ieder meer dan  10.000 frank werd uitgedeeld,

vrijdag 18 januari 2019

De advokaten



Mr Delobel en Mr Leuridan uit Ieper namens de familie en het jongetje Georges Degrande

Mr. Nerinck uit Leuven namens de verzekering voor de eigendom van de familie Vanryckeghem

Mr. Rubbrecht namens het Openbaar Ministerie

Mr.Limpens uit Gent namens de verdediging van Vanderplancken

Mr.De Clerecq uit Kortrijk, verdediger voor Lefevere

Mr.Bernolet uit Brugge, tweede verdediger voor Lefevere

Mr. Debeuckelaer uit Gent verdediger voor Vandewalle

De drie schurken opgepakt.



Vander Plancke Remi

Hij is 30 jaar oud en woonde in St. Léger in de buurt van Moeskroen. Hij is de zoon van een
welstellende landbouwer. Van hem werd door Jules Degrande zijn vest gevonden in de schuur
met daarin een maalvergunning op zijn naam.                                                                                                   Hij verbleef destijds in Congo, was daar officier van de gerechtelijke politie en ontving twee eretekens. Wegens een ziekte kwam hij terug en kwam op het slechte pad door kennis te maken met Lefevere en Vandewalle, aldus zijn verdediger Mr. Limpens uit Gent.

Bij het overlijden van zijn moeder huwde de vader met zijn meid. Volgens zijn advokaat Mr Bernolet
zou hij op straat gestuurd zijn


Lefevere Daniel,
31 jaar oud uit Dottignies was paarden geleider.
Bij het overlijden van zijn moeder huwde de vader met zijn meid. Volgens zijn advokaat Mr Bernolet zou hij op straat gestuurd zijn. Hij kwam terecht als knecht op de hoeve van Vander Plancken.  Volgens zijn advokaat Mr De Clercq uit Kortrijk verdiende hij 10 fr. per dag en had een kot als woning.

Bij hem vond men achter de horlogeklok een som van 14.800 frank.


Vandewalle Raf
Was 41 jaar en de schoonbroer van Lefevere. Hij was ook van Dottignies en paarden geleider op de hoeve van Vander Plancke. Hij was werkschuw, leefde als een parasiet, huwde en kreeg 3 kinderen. Bij hem vond men een geldbeugel met zeven briefjes van honderd frank en een hesp afkomstig van Degrande


Men neemt aan dat de daders vroeger in de herberg “De Roobaert” kwamen en goed op de hoogte waren van het huis en de welstand van hun slachtoffer.

Zelfs zou de moord een week vroeger gebeurd zijn nl op 13 februari als daar niet de schoonbroer van het slachtoffer Albert Dierynck ( mijn vader)  aanwezig geweest. Wellicht was hij daar nog na een kaartavond, want in de herberg kwamen regelmatig vrienden en buren kaarten.

donderdag 17 januari 2019

Op het spoor van de daders


Omdat men meer en meer de zekerheid verkreeg dat het hier wel degelijk een laffe roofmoord betrof – de ijzeren doos waarin de slachtoffers hun geld bewaarden werd immers niet teruggevonden en ook het opgelegd vlees was uit de kuipen verdwenen – werd het onderzoek men de meeste ijver voortgezet.
Tijdens hetzelfde werd in de puinen van de uitgebrande schuur een vest gevonden, waarin papieren staken van een zekere Remi Vanderplancke van Sint-Léger in de buurt van Moeskroen. 

In tegenwoordigheid gebracht van zijn vest die de voor hem bezwarende maalvergunning bevatte, zag hij al snel in dat hij de feiten niet kon loochenen en legde hij bekentenissen af. Hij had ter plaatse zijn overjas en jas uitgetrokken en toen de brand uitgebroken was had hij in zijn haast om te vluchten zijn overjas aangetrokken en zijn vest vergeten.
Deze persoon, ongeveer dertig jaar oud, zoon van een welstellende landbouwer, werd dan ook aangehouden en deze week op donderdag naar Ieper overgebracht, ten einde verhoord te worden en uitleg te verschaffen over de omstandigheden in dewelke zijn vest daar in het huis van de misdaad is geraakt.
De verdachte werd voor de heer onderzoeksrechter gebracht en, naar we konden vernemen, werden ten gevolge deze ondervraging nog twee andere personen aangehouden. Ze werden nog diezelfde avond naar Ieper overgebracht. Beide personen waren afkomstig van Dottenijs. Het betrof de knecht van de hofstede Vanderplancke en dies schoonbroer.
Met spanning wordt de uitslag van het onderzoek verwacht en moest men hier werkelijk de hand gelegd hebben op de ware daders van deze afschuwelijke misdaad, zou dat een grote opluchting betekenen voor de ontstemde gemoederen van de bewoners van Geluwe en het omliggende, en zou het recht alle lof verdienen voor zijn kordaat en met zo’n goede uitslag bekroond optreden.

Uit " Het Ypersche" van 28/2 en 7/3 1941

Artikel uit het erfgoed tijdschrift “GILWE”

 Tijdens W.O. II werd er clandestien veel tabak verhandeld. Op 21 feb. 1941 kwamen drie “blauwers” (tabaksmokkelaars) tabak kopen in De Roobaard. Tijdens het afwegen in de schuur schoten ze Margriet en Hector dood en stalen al het aanwezige geld en ook het vlees uit de kelder. Ze staken de schuur en het huis in brand om alle sporen uit te wissen. Boven lag het dochtertje Yvonne (9 jaar oud) te slapen. Ze is in de brand gebleven.

In de loop van de namiddag vond Jules DEGRANDE (vader van Robert, echtgenoot Paula Desimpelaere). Hij vermoedde dat die jas niet van Hector was, nam die mee in een emmer en zette die in een serre op het erf van Julien VERMEERSCH die een eind verderop, richting Beselare woonde.

Ondertussen kwamen tientallen nieuwsgierige dorpelingen naar de plaats van het drama. De dienstdoende veldwachters moesten de kijklustigen wegduwen en beweerden achteraf dat ze iemand hadden opgemerkt die nerveus aan het zoeken was naar iets… het bleek een van de moordenaars te zijn die op zoek was naar zijn vergeten jas.

 ’s Anderendaags ging veldwachter Albert LAMPAERT (beter gekend als “Berten de garde”) op onderzoek en Jules DEGRANDE vertelde hem over de jas. Berten ging onmiddellijk naar Julien VERMEERSCH en vond in de binnenzak van de jas een “maalvergunningsbewijs” met naam en adres !

Het parket ging die man opzoeken en het duurde niet lang voor hij door de mand viel en zijn beide companen kenbaar maakte. In de woning van deze laatsten werd ook het geld en het gestolen vlees terug gevonden.

 Zoon Georges die toen 13 jaar oud was, zat op internaat en is zo ontsnapt aan het drama. De drievoudige moord en de brandstichting haalden de krantenkoppen.

 De bekende marktzanger Achiel COPPENOLLE zong samen met zijn dochter “Het lied van de vreselijke moord” op alle markten van Zuid-Westvlaanderen.

Met dank aan: -familie Van Haverbeke -wijlen Delbecque Irène -Dierynck Germain -Lernout Stijn einde 8 GILWE De stic

woensdag 16 januari 2019

Ontdekking van de slachtoffers


Toen de vlammen uitgedoofd waren en men de herberg kon binnentreden, vond men er het helemaal verkoold lijk van de kleine Yvonne, het negenjarig dochtertje van de echtgenoten Degrande. Van deze laatste echter vond men niet het minste spoor in huis, maar weldra werden hun gedeeltelijk verkoolde lijken in de schuur ontdekt.
Het onderzoek wees spoedig uit dat men hier niet voor een ongeluk stond zoals men aanvankelijk vermoedde, maar wel voor een afschuwelijke misdaad. De landbouwer Hector Degrande; 43 jaar oud, een kloek gebouwde persoon, was met een geweldige slag op het hoofd neergeveld geworden en ook zijn echtgenote de 41-jarige Marguerite Vandamme had hetzelfde lot ondergaan.

De enige overlevende van dit gezin dat op zo een wrede wijze vermoord werd, is het 13-jarig zoontje Georges dat te Moeskroen op school gaat en slechts op zaterdagmiddag van elke week huiswaarts komt. Nog diezelfde namiddag van de dag dat die wrede misdaad ontdekt werd, kwam de jongens zoals gewoonte blij gezind naar huis, maar men kan zich indenken welke hartverscheurende droefheid moet hebben beleefd bij het vernemen van dit akelig nieuws.

Uit :Krantenkronieken van de Westhoek


Uit " De ramp van de gulden oogst.

Ontdekking van de dader




Jules Degrande, broer van Hector vond in de schuur van de Roobaard en vest met daarin
een briefje met het adres van de mogelijke dader.

De gelijkenis: hoe Tuur Bonneele, de dader van de Roobaardmoord en deze van het “Voske” ,
werd ontdekt.

In de roman van Jan Verbeke vond de kleermaker, broer van de veldwachter vond in de vest
van Sander Soetaert een briefje dat van Tuur Bonneele moest komen.
( Mijn vader-kleermaker was de schoonbroer van Marguerite Vandamme)

In de Roobaaardd ook in de vest van de dader een briefje vonden dat leidde naar de ontknoping.


“ Hij had in zijn zakken getast. Uit het pijpzakje haalde hij een paper en plooide het open.
Hij las. Hij verzonk in de lezing. “ kijk eens hier, Robert,” ze keken samen, rechtstaand voor
de werktafel.
“ Geluwe,22 november 1942, ontvangen van  mijnheer Cyriel Lozy van Moeskroen de som van
vier duizend tweehonderd franken.
Camiel Bruneel-Bonneele.

Dan zagen ze elkander aan. Ze wisten dat dezelfde vermoedens in hen opgerezen waren.
In november van dat jaar brandde het Voske af.,,”

maandag 14 januari 2019

Over De Roobaard en de Roobaert.

Naar een artikel in het heemkundig tijdschrift Ghilwe


Dit was het uithangbord van de herberg "DE ROOBAERT"

"Pee" van de Roobaert



Ons grootvader, voor de kleinkinderen "Pée van de Roobaert" genaamd

Opa van de Roobaert met de kleinkinderen Vermeersch
Vandaag, 14 januari, is het 154  jaar geleden dat mijn enige grootvader Jules Vandamme geboren werd. Hij werd 83 jaar oud en had als landbouwer en huisvader een zwaar en bewogen leven achter de rug.

Als jong gehuwde  werden in 4 jaar tijd drie kinderen levenloos geboren, een dochtertje overleed op 5 jarige leeftijd en een zoontje op 8 jaar. Moeder Alix was de oudste dochter, met tante Martha, tante Marguerite, tante Antoinette en Nonkel Achiel. Deze overleed in 1919 op 21 jarige leeftijd ten gevolgen van een ziekte opgedaan aan het front.  Zie mijn blog over soldaat Achiel Vandamme.

 Tijdens den oorlog 14 – 18 was men hij met drie dochters op de vlucht nabij Bordeaux (Fr.) en  na de oorlog  was alles  verwoest , zelfs zijn geld dat hij voor de vlucht gedolven had vond hij niet meer terug.                                                                                                                                                          
Tijdens den oorlog 40-45 beleefde hij in 1941 de wrede roofmoord op zijn dochter Marguerite, ,schoonzoon Hector ende  met de brandstichting van de Roobaert waarbij de 8 jarige kleindochter Yvonne in de brand omkwam. Zijn 13 jarige  kleinzoon Georges bleef als college student op het internaat alleen achter.    

Op 41 jarige leeftijd verloor hij zijn vrouw en hertrouwde twee jaar later.
“Pee van de Roobaert" s wellicht de laatste in de streek die een paardenkoets (sjeeze) bezat waarmee hij de zondag naar de Platze kwam voor de hoogmis. Zijn sjeeze plaatste hij in de afspanning van Pol Huyghe op de hoek van de kerkhofstraat.

Mijn verste en leukste herinnering was dat hij ons met zijn sjeeze voerde en ons kwam afhalen om in de Roobaert met de familie te nieuwjaren met op de menu “Koeientong in tomatensaus” of “Boullie met carrotjes”. Heerlijk was het om in de duisternis naar huis te keren, vooraan op de koetse, met de geur van het paard zijn “gat” voor ons.

Op zijn bidprentje kan men lezen “ Jules was een overtuigd christen huisvader, een man uit één stuk van den ouden vlaamschen trant, die zelf eigenzinnig en koppig zijn gedacht kon doordrijven en daarin naar niemand omkeek. "
Wie zou zich daarin herkennen?

Ja, mijn ouwen enige opa, jammer dat ik hem maar tot op mijn 15 jaar heb gekend maar wie zal zijn opa nog na meer dan 75 jaar later herinneren ?



De vreselijke misdaad in de Poperingenaar