Schilderij van hoeve De Roobaert.

maandag 28 januari 2019

Wedersamenstelling van de feiten en vlucht van een dader.




Op maandagvoormiddag werden de daders Vander Plancke Robert, Vandewalle Rafael en Lefever Marcel onder goede begeleiding op de plaats van de misdaad gebracht om er opnieuw verhoord en geconfronteerd te worden.    
 
Talrijke nieuwsgierigen verdrongen zich ter plaatse. Vanaf 9u ‘s morgens hadden talrijke gendarmes bij de puinhoop van de woning post gevat zodat de buren eruit besloten dat er iets ongewoons op til was, wat spoedig algemeen bekend werd.

Rond 10u. werd de ordedienst versterkt en de grote menigte werd op grote afstand gedreven.

Om 10.30u. stapten de drie misdadigers, geboeid en door de gendarmes goed bewaakt op de Koelenberg van de tram en naar de plaats va n de misdaad geleid.

Terwijl de verontwaardigde menigte vijandige kreten en scheldwoorden uitte gelukte het aan Vandamme Antoinette en Albert Dierynck, zus en schoonbroer van de slachtoffers tot bij de booswichten te geraken en hen aan te vallen doch de gerechtsdienaars wisten hen toch af te weren.

Ieder der betichtten werd afzonderlijk verhoord over hun aandeel in de moord en de wijze hoe te werk gegaan werd.
De ondervraging duurde vier uren. Na afloop werden de daders weer naar Ieper overgebracht. Lefever en Vandewalle werden in het politiebureau opgesloten terwijl Vanderplancke naar de rijkswachtkazerne gevoerd werd.
Toen men hem uit zijn cel wilde halen stelde men vast dat hij ontsnapt was. Nadat hij een ruit gebroken had kon hij via een stapel dozen afkomstig van oorlogsbuit over de hoge afsluitingsmuur klimmen en zo het hazenpad kiezen. De volgende dag werd hij in Wattrelos, opgepakt.

De vreselijke misdaad in de Poperingenaar